Bretly D., die onder meer wordt verdacht van het doodschieten van de Rotterdamse psychiater Jean van Griensven, heeft de nabestaanden maandag zijn excuses aangeboden in de rechtbank. D. staat ook terecht voor een poging tot doodslag in Zutphen.

De 26-jarige verdachte wilde verder niets kwijt over de vermeende moord, die zou hebben plaatsgevonden op 13 oktober 2023. D. zou de zestigjarige psychiater van dichtbij door het voorhoofd hebben geschoten na een seksdate in zijn woning in Rotterdam-Zuid. Vervolgens zou D. de woning in brand hebben gestoken.

De verdachte verscheen maandag voor het eerst in het openbaar in de rechtbank, voor de inhoudelijke behandeling van zijn zaak. De slachtofferadvocaat las een verklaring van onder anderen een neef en een ex-partner van Van Griensven voor. “Die woorden, ze raken me”, zei D. “Ik vind het verschrikkelijk en ik wil sorry zeggen.”

Waar hij precies spijt van heeft, wilde D. niet zeggen. Hij reageerde wel op een andere verdenking: een vermeende poging tot doodslag in Zutphen, die een paar dagen later zou hebben plaatsgevonden.

D. zou hebben geprobeerd een man te wurgen en te verwonden met een mes. “Deze jongen heeft een hele rijke fantasie. Het zijn van a tot z leugens”, zei hij daarover in de rechtbank.

D. werd al veroordeeld in andere zaak

De politie startte na de vermeende moord een klopjacht op D., maar de verdachte wist dagenlang uit handen van de politie te blijven. Hij werd op 25 oktober 2023 opgepakt in een Amsterdams hotel.

De verdachte is geobserveerd in het Pieter Baan Centrum, maar heeft niet meegewerkt aan het onderzoek. Toch hebben deskundigen meerdere stoornissen bij hem vastgesteld en adviseren ze de rechtbank om hem tbs met dwangverpleging op te leggen. Het is niet bekend om welke stoornissen het gaat.

D. is al meerdere keren in aanraking gekomen met de politie en justitie. Hij leefde vanaf zijn dertiende op straat en zat ook jarenlang in jeugddetentie. In augustus vorig jaar werd hij nog veroordeeld tot 102 dagen celstraf voor onder meer mishandeling en bedreiging in een andere zaak.

De rechtszaak tegen D. gaat woensdag verder. Het Openbaar Ministerie heeft nog geen strafeis geformuleerd.