
R.d.J. (26) uit Katwijk zette drie tieners (15, 16 en 19) aan om een onbekend gebleven persoon voor 2500 euro in zijn benen te schieten, vermoedt justitie. Het plan eindigde desastreus, toen het wapen per ongeluk afging op de wc van een middelbare school en de 16-jarige overleed.
Hulpdiensten snelden op woensdagmiddag 5 februari 2025 rond 14.30 uur naar het Hofstad Lyceum aan het Colijnplein (Waldeck) in Den Haag. In een van de toiletten van de middelbare school was per ongeluk een vuurwapen afgegaan, dat even later het leven van de 16-jarige jongen kostte.
De politie vermoedt dat het wapen bedoeld was om een onbekend gebleven persoon in zijn benen te schieten. R.d.J. (26) zou samen met een ander, volgens het Openbaar Ministerie, de drie tieners daartoe geprobeerd hebben over te halen. Om het plan in uitvoering te brengen, zou hij hen geld, een vuurwapen en voertuigen en een notitie met de opdracht hebben verstrekt.
Criminele uitbuiting
R.d.J. wordt daarnaast verdacht van criminele uitbuiting van de overleden, 16-jarige jongen. Uit dit onderzoek naar de voorbereiding voor een geweldsincident, is uit zijn telefoon gebleken dat hij volgens het OM betrokken is bij de import, export en binnenlandse handel van softdrugs, bleek maandagmiddag tijdens een eerste voorbereidende zitting in de Haagse rechtbank.
De Katwijker passeerde de 15- en de 16-jarige jongen in het centrum van Den Haag, toen hij hen 2500 euro zou hebben geboden iemand in zijn benen te schieten. Daarna zou hij de verdere plannen met de tieners en een vierde persoon hebben besproken via Snapchat.
„In het dossier wordt ingevuld, geïnterpreteerd en gespeculeerd”, zegt advocaat Damian Roos, namens zijn afwezige cliënt. „De politie heeft bijzonder veel tijd en energie gestoken om de identiteit van de gebruiker van het Snapchataccount te achterhalen en ze zou daarbij uitkomen bij mijn cliënt. Ze heeft geconcludeerd de opdrachtgever te pakken te hebben. Daar wringt nou juist de schoen. Als mijn cliënt de gebruiker van dat account zou zijn, dan is de kernvraag of hij een aansturende of uitlokkende rol heeft gehad. Volgens de verdediging is het antwoord daarop ‘nee’.”
„Het onderzoek heeft op een indringende manier inkijk gegeven in de wereld waarin jongeren worden ingezet om de meest heftige feiten te plegen”, zegt de officier van justitie. „Liquidaties, neerschieten van mensen, het neersteken van mensen om ze een lesje te leren, woningen of bedrijven te overvallen of drugs uit te halen. (…) Het is bijna alsof je wordt uitgenodigd voor een kinderfeestje.”
S.W. (19), die bij de voorgenomen plannen via Snapchat werd benaderd om als chauffeur te fungeren, moest zich afgelopen mei tijdens een voorbereidende zitting in de rechtbank melden. Hij reed in de nacht van 4 op 5 februari met de 16-jarige jongen ‘s nachts naar Rotterdam om het vuurwapen en de notities op te halen, maar werd toen door de politie gecontroleerd waardoor het plan mislukte. „Ik vind het heel erg dat hij is overleden. Ik ben geen moordenaar, dat wil ik duidelijk aangeven”, zei S.W. tijdens zijn eerste zitting.
De rechtszaak van zijn 15-jarige medeverdachte, die volgens het OM de vluchtauto zou regelen en ook instructies zou hebben verstrekt aan de 16- en 19-jarige, wordt door de jeugdrechter en daarom in oktober achter gesloten deuren, behandeld. Op diezelfde dag staat S.W. weer voor een inleidende zitting gepland. De volgende voorbereidende zitting van R.d.J. staat voor begin december gepland, halverwege januari wordt zijn strafzaak inhoudelijk behandeld.