
39 tapijtfabrieken telde Genemuiden in de loop van de tijd, hoort Máxima, als ze nog maar net binnen is in het gerenoveerde Tapijtmuseum. Haar rondleiding daar begint met een film over de geschiedenis van tapijtstad Genemuiden.
Achter de schermen (letterlijk) staan machines opgesteld die vroeger gebruikt werden in de Genemuider fabrieken. Die zijn ook weer helemaal klaar voor een nieuwe start – en dat is te horen. De machines gaan draaien en de koningin kijkt haar ogen uit.
“En dat zonder oorbescherming”, roept ze uit als de machines weer gestopt worden. Dat de apparatuur nog steeds tot draait, noemt ze ‘fantastisch’. Een deel van het museum ademt nog steeds geschiedenis en de vorstin laat daarin duidelijk haar interesse blijken.
Ze komt ook haarzelf tegen. Aan de muur hangt een tapijt met daarop een foto van het koninklijke gezin. “Mag ik het even aanraken?”, vraagt ze nieuwsgierig. Als dat blijkt te mogen, aarzelt ze niet. “Heel mooi”, is haar reactie.
Het is niet het enige koninklijke in het museum. “Over dit tapijt heeft uw schoonmoeder in 1988 gelopen”, wijst Reinier van de Pol naar een stuk oranje tapijt. Sindsdien is het traditie dat er op Koninginnedag en later Koningsdag oranjetapijt ligt, weet hij. “Maar wij zijn ermee begonnen.”
In een andere ruimte krijgt de koningin een kijkje in de keuken van de moderne fabrieken. De ontwikkelingen stonden niet stil en vandaag de dag speelt recycling een grote rol in de industrie. Als Máxima vraagt naar samenwerking met grote spelers in het Nederlandse afvallandschap maakt ze al snel kennis met de Genemuider kracht. “We hebben zelf ook een recyclingbedrijf in Genemuiden.”
Vrijwilligers laten in het museum met en zonder machines zien welke ambachten er door de jaren heen in Genemuiden beoefend werden. Zelf mag Máxima ook nog aan het werk. Hoewel het museum een totale make-over heeft gekregen, zijn er ook dingen hetzelfde gebleven.