
Nederland stevent af op grote stroomstoringen na 2030 als energiebedrijven geen geld krijgen om gascentrales open te houden. Dat blijkt uit onderzoek van een internationaal adviesbureau in opdracht van Energie Nederland. De onderzoekers waarschuwen voor een ‘perfecte storm’ in de elektriciteitsvoorziening.
De komende vijf jaar is er volgens economisch adviesbureau Compass Lexecon nog voldoende stroom beschikbaar op momenten dat de zon niet schijnt of de wind niet waait. Daarna verslechtert de situatie snel.
De laatste drie kolencentrales sluiten uiterlijk in 2029, terwijl gascentrales door de groei van wind- en zonne-energie steeds minder rendabel worden. Tegelijkertijd stijgt de vraag naar energie door het groeiende aantal warmtepompen en elektrische auto’s.
Ook hulp uit het buitenland is onzeker. In Duitsland dreigen eveneens centrales te sluiten en de aanleg van een grote stroomkabel naar Groot-Brittannië loopt vertraging op.

‘Extreem hoge prijzen’
Vanaf 2033 dreigt een stroomtekort van vijftien tot achttien uur per jaar, vier keer zo veel als de vier uur die maximaal acceptabel is. „Stroomtekorten kunnen leiden tot ongecontroleerde uitval en extreem hoge prijzen”, waarschuwt Compass Lexecon, een groot economisch adviesbureau. Nu is de Nederlandse stroomvoorziening nog extreem betrouwbaar: de leveringszekerheid is 99,99 procent.
Een marktbrede capaciteitsmarkt kan zo’n slecht scenario voorkomen, stellen de onderzoekers. Exploitanten krijgen dan geld om hun centrales aan te zetten op momenten dat er te weinig duurzame stroom beschikbaar is. Dat stimuleert ook investeringen in centrales of batterijsystemen. Veel Europese landen, waaronder België en het Verenigd Koninkrijk, kennen zo’n systeem al of werken eraan.
De maatschappelijke opbrengst wordt becijferd op 2,5 tot 3 miljard euro per jaar door lagere stroomprijzen en minder risico op uitval. De ‘kosten van te vroeg handelen zijn veel lager dan van te laat handelen’, aldus de onderzoekers.
Cora van Nieuwenhuizen, voorzitter van Energie Nederland, noemt het onderzoek een wake-upcall voor de politiek. „Door de snel groeiende hoeveelheid wind- en zonne-energie staan onze gascentrales steeds vaker stil. Exploitanten stellen groot onderhoud al uit omdat het niet meer uit kan.”
Ze wijst erop dat exploitant EP NL een gascentrale in de Rotterdamse haven wil sluiten als er geen capaciteitsmarkt komt. „Als zo’n centrale eenmaal sluit, krijg je die niet zomaar meer terug.”
Een grote stroomstoring zoals eind april in Spanje en Portugal valt in de toekomst niet uit te sluiten. Miljoenen huishoudens kwamen uren zonder stroom te zitten, de schade bedroeg 400 miljoen euro.
Pokerspel met de overheid
Van Nieuwenhuizen benadrukt dat de regeling techniekneutraal moet zijn en ook kan gelden voor grootschalige batterijopslag of toekomstige kerncentrales. Maar zoiets regelen kost tijd. „In België duurde het vijf jaar. Een nieuw kabinet moet nu keuzes maken. De precieze uitwerking komt daarna.”
Energie-expert Martien Visser stelt dat de energiesector een punt heeft. „Uit prognoses van hoogspanningsbeheerder TenneT blijkt dat zo’n scenario realistisch is.” Wel verloopt de elektrificatie trager dan TenneT voorspelt, stelt hij.
Visser spreekt over ‘een pokerspel tussen overheid en energiebedrijven’. „Tot nu toe hoopte de overheid dat exploitanten hun centrales toch wel open zouden houden. Zo’n capaciteitsmarkt kost serieus geld. Waarom er geld voor reserveren als het ook gratis kan? De sector hangt al van subsidies aan elkaar.”
Invoering is complex
Hoe verstandig ook, de invoering van zo’n capaciteitsmarkt is complex. „Het klinkt eenvoudig, maar wie bepaalt hoeveel capaciteit we achter de hand houden? Bereiden we ons voor op enkele koude dagen of op een Elfstedenwinter?” Brussel moet bovendien fiat geven, want het is een vorm van staatssteun. „Het kost jaren om goed te regelen.”
De energiesector voert de druk daarom op. Dinsdag biedt Energie Nederland het rapport aan klimaatminister Sophie Hermans aan. „Ze hebben het blikje te lang vooruitgeschopt”, zegt Van Nieuwenhuizen, die erop wijst dat Nederland als plat land weinig alternatieven kent. „Nog langer wachten kan Nederland zich niet veroorloven.”