
Drie van de vier medeverdachten in de zaak van de spraakmakende kunstroof uit het Drents Museum in Assen worden niet vervolgd. De officieren van justitie achten hun rol te klein. Hoewel de medeverdachten de drie hoofdverdachten hebben geholpen “met ondersteunende handelingen”, kan volgens het OM niet worden bewezen dat ze wisten dat de roof zou gaan gebeuren.
De vierde medeverdachte, een 26-jarige man uit Heerhugowaard, wordt nog wel vervolgd. Hij wordt verdacht van het stelen van een kentekenplaat.
Ook in zijn geval kan het OM niet vaststellen of hij wist van de op handen zijnde roof. Hij zal “op enig moment” worden opgeroepen voor een besloten hoorzitting, schrijft het OM.
Stukgeslagen vitrines
De drie hoofdverdachten zitten nog altijd vast. Het gaat om de 36-jarige Douglas Chesley W., de 35-jarige Bernhard Z. en de 20-jarige Jan B., allen afkomstig uit Heerhugowaard. Zij zouden de roof bij het Drents Museum hebben uitgevoerd en moeten op 16 oktober weer voorkomen.
Op 25 januari gebruikten zij volgens het OM een zwaar explosief om binnen te komen. Uit stukgeslagen vitrines namen ze drie armbanden en de gouden helm van Cotofenesti mee. De kostbare Roemeense kunstschatten waren geleend van het Nationaal Historisch Museum in Boekarest en zijn nog altijd niet terecht.
De diefstal veroorzaakte in Roemenië grote ophef. De helm van Cotofenesti is van onschatbare culturele waarde voor het land. In Roemenië staat de gouden helm van Cotofenesti in de schoolboeken.